vrijdag 20 februari 2015

Goed in de slappe was zitten in dagblad Trouw 20 feb 2015



959 Hoe zijn we aan goed in de
slappe was zitten gekomen?
Dinsdag werden hiervoor twee, niet
afdoende, verklaringen gegeven.
Gerrit Kouwenhoven,
streekarchivaris van Epe, Hattem
en Eerde, mailde een andere uitleg.
Was vormde in de Middeleeuwen
een kostbaar goed. Het 'stond
haast gelijk met baar geld'.
Schutters van het Sint Annagilde in
Hattem, waarvan Kouwenhoven de
geschiedenis beschrijft, 'moesten
bij allerlei overtredingen niet een
geldelijke boete, maar een pond
was betalen'. Was kon synoniem
zijn met (was)kaarsen, vooral
gebrand op de altaren van heiligen.
Problematisch is wel dat de
uitdrukking goed in de slappe was
zitten pas in de negentiende eeuw
lijkt te zijn opgetekend.

donderdag 19 februari 2015

Goed in de slappe was zitten. Waar komt dat vandaan?



In de middeleeuwen moesten de schutters van het Annagilde van Hattem bij allerlei overtredingen niet een geldelijke boete, maar een pond was betalen. Dit lijkt voor ons op het eerste gezicht wat vreemd, maar er zit wel een logische achtergrond achter. Het woord “was” kennen we onder andere als grondstof voor kaarsen, toortsen en dergelijke. Overdrachtelijk kan het woord collectief worden gebruikt voor kaarsen vervaardigd uit was. Vaak als offergave voor religieuze diensten, ter ere van heiligen en dergelijke. Als spreekwoorden en zegswijzen, aansluitend bij de eigenlijke dan wel overdrachtelijke  betekenis, kennen we de volgende uitspraken: Het is niet al was dat brandt, hetgeen betekent: schijn bedriegt. Ieder heilige zijn was, betekent ieder het zijne. Ook specifieker in den zin van: ere wie ere toekomt. Als alle heiligen hun was ervan hebben, zit Onze-Lieve-Vrouw in 't duister," wordt gezegd van iemand die tekort wordt gedaan bij een deling, iemand  die juist in de eerste plaats (hier Maria) aanspraak op iets kan maken. De grondstof was voor het maken van kaarsen was een tamelijk kostbaar goedje. Daarmee staat het haast gelijk met baargeld. Van iemand die bemiddeld is zeggen we immers nog steeds dat hij goed in de slappe was zit. De waskaarsen werden in het bijzonder op altaren van heiligen gebrand. En dat zal in Hattem op het altaar van de heilige Anna niet anders zijn geweest. En na een bijeenkomst van de schutters brandden er geheid weer veel kaarsen van een pond was, omdat de heren het niet konden laten ruzie te maken of op elkaar te schelden. Er waren producten die als ruggengraat of motor van de Hanzehandel te beschouwen zijn. Was is er daar één van. Het fundament onder het handelsimperium van de Hanze en tevens haar betrouwbaarste inkomstenbron was de handel in bont en bijenwas. Door de groei van de christelijke erediensten was de vraag naar was enorm gestegen. Elke kerk en elk altaar vroeg om een afstraling van het eeuwige licht, die zich met dure waskaarsen het best liet realiseren. En dat niet alleen vanwege het licht, maar ongetwijfeld ook vanwege de geur die waskaarsen verspreiden. Al in de twaalfde eeuw kon de binnenlandse productie niet meer aan de vraag voldoen, zodat men op zoek moest naar nieuwe productiegebieden. Die vond men in de onafzienbare steppen en wouden van Nowgorod, Rusland, Wit-Rusland en Polen, waar wilde bijen elk jaar enorme hoeveelheden van dit begeerlijke materiaal voortbrachten. De Hanzekooplieden wurmden zich in die handel en werden de belangrijkste verhandelaars. Zij beheersten bijvoorbeeld begin 14de eeuw de Engelse markt zozeer, dat zij toen zij in een jaar daar slechts 10.000 kg was aanboden in plaats van het gebruikelijke tienvoudige, de Engelse koning ze voor de rechter daagde wegens majesteitsschennis. In 1566 werd er door de Hanze nog bijna 800 ton was door de Sont naar het westen getransporteerd. 


In Hattem lopen de kinderen op 10 november Sint Maarten

Het is in Hattem gebruik om op 10 november Sint Maarten te lopen in plaats van 11 november de dag van de heilige zelf. Er zijn landelijk meer viermomenten die op de dag voorafgaande aan de eigenlijke dag vallen. De meest bekende is Sinterklaas. Die viert heel Nederland op 5 december, maar zijn dag valt zoals velen weten op 6 december. Er is ook een naam voor dit verschijnsel. We vieren de “avond”. Sinter-klaasavond is ons feest, dat is op de dag voorafgaande aan de eigenlijke dag. Kerst-avond is de avond voorafgaande aan de eerste kerstdag. Voordat de vasten invalt op aswoensdag vieren velen de “vastenavond” dat is het carnaval op de dinsdag (en inmiddels al veel meer dagen) voorafgaande aan de aswoensdag. Het is dus zeer aannemelijk dat we in Hattem gewoon Sint Maartensavond vieren, dat is de dag voorafgaande aan de elfde van de elfde. Niets bijzonders als je het zo beschouwt. Gezien het feit dat het hele land Sinterklaasavond, de vijfde december, viert, is het onbegrijpelijk dat onze omgeving en wij zelf elke keer rond 10 november zoveel ophef maken over de Hattemer viering van Sint Maartensavond. Eigenlijk is het heel gewoon. Let ook eens op het Duitse “Sonnabend” het andere woord voor “Samstag”, de dag voor de zondag.

Artikel 11 van het reglement voor de gemeenschappelijke weide Het Veen te Hattem van het jaar 1836 luidt als volgt: “Vóór den bepaalden omslag, en ná St Marten -of 10 november- zal geen vee in Het Veen worden toegelaten”. Hieruit kunnen we concluderen, dat reeds in de eerste helft van de negentiende eeuw, 180 jaar geleden, men in Hattem niet beter wist dan dat Sint Maarten op 10 november werd gevierd.