donderdag 12 december 2013

Dikke Tinne 1629


De laatste vijandelijkheden van de 80-jarige oorlog bij Hattem waren in 1629. Daar is een mooi schilderij van gemaakt. Het hangt in het Voerman Museum in Hattem. Bijgaande afbeelding is er maar een klein stukje van. Op het origineel speelt zich een veldslag af op de voorgrond.



Hattem geschilderd door Snaijer in 1629. Let op de kolossale ruïne van de Dikke Tinne. De Dorpspoort links heeft geen wieken van zichzelf, die zijn van de molen die er achter staat.
Origineel in het Voerman Museum Hattem.

dinsdag 29 oktober 2013

De eerste Oranje in Hattem

Velen denken dat stadhouder Willem (de Zwijger) van Oranje Nassau de eerste Oranje was die stadhouder was in de Nederlanden, maar dat is niet zo. Zijn oom Rene van Chalon, prins van Oranje, van wie hij ook de titel prins van Oranje erfde, was ook al stadhouder van Holland, Zeeland en Utrecht en vanaf 1543 tevens van Gelre. Het duurde echter nog geen jaar, want in 1544 sneuvelde hij reeds, op 25-jarige leeftijd. Gelre was in 1543 veroverd door Keizer Karel V en die benoemde Van Chalon tot stadhouder.


Op zijn kennismakingstournee door ons gewest Gelre was Rene op 27 september 1543 in Hattem. Daar vaardigde hij een plakkaat uit waarin de "nieuwe leer", het protestantisme, werd verboden. Iedereen moest de Rooms Katholieke kerk trouw blijven. Het is een mooi groot stuk perkament. De tekst begint met: "Wij Reynier van Chalon, prince van Orangiën"  Daar staat zijn naam dus in het Nederlands, maar hij tekent op zijn Frans met Rene de Chalon. Dat zien we op de foto heel dunnetjes onderaan geschreven.






De tekst van het stuk luidt als volgt: 1 Wij Reyner van Chalon, prince van Orangien, grave to Nassou, Dietz, Vianden, Catzenelboge, etc, Rijks Keyzerlijker Majesteits stadtholder general/ 2 des hartochdoms Gelre ind greefscap van Zutphen, etc, doen kondt, also wij verstaen dat veele personen, so wel geestlijcke als weerlijcke, hem/ 3 onderstaen ind verfordert hebben in deesen lande mit wercken, woorden, spreken ind predicatien contrarie onsen heijlige kersten gelove, olde approbierde/ 4 gewoenten, cermoinen ind goidtsdiensten der zelver heylliger kercken tot groter scandeliringe voelen goede menschen in verdoemenisse hoerer zielen/


5 ’t welck die keizerlijke majesteit ind andere princen, kersten fursten ind heeren in hoeren landen gebieden ind dominyen niet en staet to lijden dan mit aller ernst ind/ 6 flijt daer toe dencken ind vorsien, so is ’t dat wij van wegen hoochgedachter koninklijker keizerlijker majesteit ons alregenedigsten fursten ind heeren als hertoge van Gelre ind/ 7 grave van Zutphen vermits deesen openen placcaet doen gebieden ind mit aller ernst bevelen, dat van nu voertan een yegelijcke, wye hij oick/ 8 zij, geestelijck oft weertlick sich holde ind scicke in zijn woorden, wercken, predicatien, voort in alles navolgende die leringe der heyliger kercken, sonder/ 9 eenige nyeuwe seckten hoedanich die mogen weessen an te veerden noch anhangen op den peyne die daer inne avertrede gestraft te worden/ 10 nae gelegentheyt zijn misdaet; ind wie oick eenmael genade hier af gehadt heeft, sal andermael tot geenre genade ontfangen werdden. Actum/ 11 toe Hattum den XXVIIsten september anno XVc drieenveertich

zaterdag 26 januari 2013

Doodsoorzaak van voorouders uit Heerde

Lias met doodsbriefjes

Veel stamboomonderzoekers stellen de vraag: kan ik ook zien waaraan mijn voorvader is overleden? Een terechte vraag, maar meestal moeten we die vraag met nee beantwoorden. Wat jammer is, want voor het laatste kwart van de negentiende eeuw en eerste helft twintigste eeuw had deze vraag wel beantwoord kunnen worden, als de gemeenten de doodsbriefjes hadden bewaard, of de doodsoorzaak daaruit hadden overgeschreven in een andere administratie. Dat is meestal niet gebeurd, erg jammer. Onze collega's van de Bommelerwaard hebben er gelukkig een aantal van teruggevonden en van 1877 tot 1955 zijn er in de gemeente Heerde ook doodsbriefjes bewaard gebleven die in de meeste andere gemeenten zijn vernietigd. Per jaar waren de briefjes aan een lias (touwtje met metalen punt) geregen en in pakpapier gedaan. De pakjes lagen niet in het archief, maar stoffig en door elkaar in een kast op zolder van het gemeentehuis. Het zijn deze briefjes, geschreven door de artsen die de dood hebben vastgesteld, waarin zij de doodsoorzaak van de overledene en in een kleiner aantal ook een voorafgaande ziekte hebben genoteerd. Vrijwilliger Jan Lieske heeft met veel geduld de briefjes gesorteerd en de informatie er uit verwerkt in de overlijdensindex die vrijwilliger Wim Wagenaar al eerder had gemaakt. U vindt ze op onze website. Van mensen die in een andere gemeente zijn overleden, zoals in het ziekenhuis in Zwolle, is geen doodsbriefje in Heerde ingeleverd en is de doodsoorzaak dus niet bekend. In sommige gevallen vinden we in de doodsbriefjes bevestigd wat we al uit overlevering wisten, zoals een van de drie oorlogsslachtoffers uit Veessen: Bronsink, Bernardus Johannes , overleden op: 23 - 6 - 1944, oud: 71 jaar, geboren te: Heerde, overleden te: Heerde doodsoorzaak: schot door hoofd aktenummer: 57 of een van de molenaars in Wapenveld die slachtoffer werd van zijn eigen molen: Vrieze, Lambertus, overleden op: 16 - 1 - 1917, oud: 34 jaar, geboren te: Heerde, overleden te: Heerde doodsoorzaak: gewelddadige dood door machines, aktenummer: 6. Tja, vrolijk word je er natuurlijk niet van.