dinsdag 29 oktober 2013

De eerste Oranje in Hattem

Velen denken dat stadhouder Willem (de Zwijger) van Oranje Nassau de eerste Oranje was die stadhouder was in de Nederlanden, maar dat is niet zo. Zijn oom Rene van Chalon, prins van Oranje, van wie hij ook de titel prins van Oranje erfde, was ook al stadhouder van Holland, Zeeland en Utrecht en vanaf 1543 tevens van Gelre. Het duurde echter nog geen jaar, want in 1544 sneuvelde hij reeds, op 25-jarige leeftijd. Gelre was in 1543 veroverd door Keizer Karel V en die benoemde Van Chalon tot stadhouder.


Op zijn kennismakingstournee door ons gewest Gelre was Rene op 27 september 1543 in Hattem. Daar vaardigde hij een plakkaat uit waarin de "nieuwe leer", het protestantisme, werd verboden. Iedereen moest de Rooms Katholieke kerk trouw blijven. Het is een mooi groot stuk perkament. De tekst begint met: "Wij Reynier van Chalon, prince van OrangiĆ«n"  Daar staat zijn naam dus in het Nederlands, maar hij tekent op zijn Frans met Rene de Chalon. Dat zien we op de foto heel dunnetjes onderaan geschreven.






De tekst van het stuk luidt als volgt: 1 Wij Reyner van Chalon, prince van Orangien, grave to Nassou, Dietz, Vianden, Catzenelboge, etc, Rijks Keyzerlijker Majesteits stadtholder general/ 2 des hartochdoms Gelre ind greefscap van Zutphen, etc, doen kondt, also wij verstaen dat veele personen, so wel geestlijcke als weerlijcke, hem/ 3 onderstaen ind verfordert hebben in deesen lande mit wercken, woorden, spreken ind predicatien contrarie onsen heijlige kersten gelove, olde approbierde/ 4 gewoenten, cermoinen ind goidtsdiensten der zelver heylliger kercken tot groter scandeliringe voelen goede menschen in verdoemenisse hoerer zielen/


5 ’t welck die keizerlijke majesteit ind andere princen, kersten fursten ind heeren in hoeren landen gebieden ind dominyen niet en staet to lijden dan mit aller ernst ind/ 6 flijt daer toe dencken ind vorsien, so is ’t dat wij van wegen hoochgedachter koninklijker keizerlijker majesteit ons alregenedigsten fursten ind heeren als hertoge van Gelre ind/ 7 grave van Zutphen vermits deesen openen placcaet doen gebieden ind mit aller ernst bevelen, dat van nu voertan een yegelijcke, wye hij oick/ 8 zij, geestelijck oft weertlick sich holde ind scicke in zijn woorden, wercken, predicatien, voort in alles navolgende die leringe der heyliger kercken, sonder/ 9 eenige nyeuwe seckten hoedanich die mogen weessen an te veerden noch anhangen op den peyne die daer inne avertrede gestraft te worden/ 10 nae gelegentheyt zijn misdaet; ind wie oick eenmael genade hier af gehadt heeft, sal andermael tot geenre genade ontfangen werdden. Actum/ 11 toe Hattum den XXVIIsten september anno XVc drieenveertich